Examples of using "вернулись" in a sentence and their dutch translations:
De studenten zijn teruggekeerd.
- We zijn net teruggekomen.
- We zijn net terug.
Ze zijn laat thuisgekomen.
Kijk eens waar we zijn.
Je bent teruggekomen?
We zijn terug uit Australië.
Waarom kwamen zij niet terug?
Tom en ik zijn terug.
- Je bent terug!
- Je bent er weer!
Waarom ben je teruggekomen?
Waarom ben je terug?
Wanneer kwam je uit Tokio terug?
Wanneer bent u teruggekomen van Londen?
- We kwamen uitgeput thuis.
- We zijn uitgeput thuisgekomen.
- We kwamen moe thuis.
Tom en Mary begaven zich weer naar hun zitplaatsen.
Wanneer bent u teruggekomen van Londen?
Goed nieuws. We zitten weer op de kouderoute.
Ze keerden nooit terug naar hun land.
Goed nieuws. We zitten weer op de kouderoute.
- Wanneer ben je uit Duitsland teruggekomen?
- Wanneer ben je uit Duitsland weergekeerd?
Geen van zijn ouders is teruggekeerd, dus gaat hij ze zoeken.
Bedankt dat je teruggekomen bent.
Een paar mensen gingen terug naar Namche en kapten bomen.
Ik wil dat je weer komt.
Toen hij en zijn volgelingen het jaar daarop terugkeerden om de troon terug te eisen, werden ze opgewacht
Als we de andere kant op waren gegaan... ...zouden we uit zijn gekomen waar we zijn begonnen.
Maar we zijn terug bij het vliegveld, dus we kunnen onze missie opnieuw starten. Als je terug de lucht in wilt, kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'.
- Ik zou graag hebben dat u terug naar Boston komt.
- Ik zou graag hebben dat je terug naar Boston komt.
- Ik zou graag hebben dat jullie terug naar Boston komen.