Examples of using "вернулась" in a sentence and their dutch translations:
Waarom kwam ze terug?
Ik ben teruggekomen.
Het tij is gekeerd.
...keert een groene schildpad terug...
Ze ging naar huis.
Ze keerde terug naar Japan.
Mary is net thuisgekomen.
Ik ben teruggekomen.
- Wanneer ben je teruggekomen?
- Wanneer kwam je terug?
En kwam niet terug naar dat hol.
Ik ben weer thuis.
Ik ging naar de sociale dienst en eiste de leidinggevende te spreken.
- Ik ben teruggegaan naar Japan.
- Ik keerde naar Japan terug.
Ik hoorde dat je terug was.
Bedankt dat je teruggekomen bent.
Nadat Tom overleed, ging Mary terug naar het huis van haar ouders.
Ik ben terug naar mijn plaats gegaan.
Na een tijdje hervatte ze haar normale activiteiten...
Waarom ben je teruggekomen?
Ze kan niet in dit hotel zijn, aangezien ze is teruggekeerd naar Canada.
Toen ik terugkwam was mijn auto weg.
De één dag oude kuikens tsjirpten schel toen hun moeder bij het nest terugkwam met een snavel vol eten.
Toen ik thuiskwam, was mijn broer zijn huiswerk aan het doen.
- Wanneer ben je uit Duitsland teruggekomen?
- Wanneer ben je uit Duitsland weergekeerd?
- Ik zou graag hebben dat u terug naar Boston komt.
- Ik zou graag hebben dat je terug naar Boston komt.
- Ik zou graag hebben dat jullie terug naar Boston komen.