Examples of using "Почтальон" in a sentence and their dutch translations:
Is de postbode al gekomen?
- Is de postbode al gekomen?
- Is de brievendrager al gekomen?
- Is de postbode al geweest?
Is de postbode langs geweest?
- Is de postbode al gekomen?
- Is de brievendrager al gekomen?
Is de postbode al geweest?
- De postbode komt binnenkort.
- De postbode komt straks.
De postbode komt om de drie dagen langs.
De postbode komt maar een keer per week langs.
Vanochtend bracht de postbode een pakket.