Examples of using "Vermelhos" in a sentence and their dutch translations:
Ik wilde rode schoenen.
De verkeerslichten waren allemaal rood.
- Je lippen zijn rood.
- Jouw lippen zijn rood.
Ik wilde rode schoenen.
Mijn ogen zijn rood.
Hij wil een rode bril.
De vogels zijn rood.
Ik heb twee rode vissen.
Zijn ogen waren rood.
- Waarom zijn je ogen rood?
- Waarom zijn uw ogen rood?
- Waarom zijn jullie ogen rood?