Examples of using "Olhos" in a sentence and their dutch translations:
- Sluit de ogen.
- Doe je ogen dicht.
- Doe je ogen eens dicht.
- Sluit de ogen.
- Doe je ogen dicht.
- Doe je ogen eens dicht.
- Doe je ogen open.
- Open je ogen.
Sluit de ogen.
Sluit de ogen.
Ik heb pijn aan mijn ogen.
Ik heb pijn aan mijn ogen.
Mijn ogen zijn blauw.
Ik heb blauwe ogen.
Ik heb pijn aan mijn ogen.
Hij sloot de ogen.
Ze heeft mooie ogen.
- Kijk in mijn ogen.
- Kijk me in de ogen.
- Sluit je ogen niet.
- Doe je ogen niet dicht.
- Kan ik mijn ogen opendoen?
- Kan ik mijn ogen openen?
Mijn ogen doen pijn!
Waar zijn uw ogen?
- Hou uw ogen open.
- Houd je ogen open.
- Houd uw ogen open.
Ik heb ogen.
Doe je ogen open.
Doe je ogen open.
Haar ogen zijn blauw.
Zijn ogen zijn blauw.
Tom heeft blauwe ogen.
Japanners hebben donkere ogen.
Ik heb vermoeide ogen.
Ze deed haar ogen open.
Je hebt mooie ogen.
Hij heeft bruine ogen.
Mary heeft grote ogen.
Ze heeft groene ogen.
Ik heb twee ogen.
Ze heeft mooie ogen.
Haar ogen zijn blauw.
Zijn ogen verraadden hem.
Mijn ogen zijn rood.
Mijn ogen zijn blauw.
Ze heeft blauwe ogen.
Hij sloot de ogen.
Ze heeft mooie ogen.
Sluit je ogen niet.
Mijn ogen doen pijn.
- Ik sloot mijn ogen.
- Ik deed mijn ogen dicht.
Tom heeft groene ogen.
Tom had blauwe ogen.
Maria heeft groene ogen.
Ze sloot haar ogen.
Maria heeft blauwe ogen.
- Tom sloot zijn ogen.
- Tom deed zijn ogen dicht.
- Houdt uw ogen goed open!
- Hou je ogen goed open!
- Hou uw ogen goed open!
Mijn ogen zijn groen.
Je hebt verleidelijke ogen.
Ik heb het met eigen ogen gezien.
- Zijn ogen blonken van vreugde.
- Haar ogen straalden van blijdschap.
- Zijn ogen straalden van blijdschap.
Zijn ogen straalden van blijdschap.
In een oogwenk was hij vertrokken.
Zie de feiten onder ogen!
GEBLINDDOEKT EN GEKNEVELD
Jouw ogen doen me denken aan sterren.
Hoeveel ogen had de cycloop?
- Hun blikken kruisten elkaar.
- Hun blikken hebben elkaar gekruist.
Deze pop heeft grote ogen.
Hij heeft grote blauwe ogen.
Mijn ogen doen pijn!
Zijn ogen zijn blauw.
- Je hebt mooie blauwe ogen.
- U heeft mooie blauwe ogen.
- Jullie hebben mooie blauwe ogen.
- Jouw ogen doen me denken aan sterren.
- Je ogen doen me denken aan sterren.
Heeft Tom blauwe ogen?
Tom heeft grote, blauwe ogen.
Ik kreeg tranen in mijn ogen van emotie.
Zij hebben ogen, en zullen niet zien.
Zijn ogen waren rood.