Examples of using "Sonham" in a sentence and their dutch translations:
Ze dromen.
Dromen katten?
Dromen honden?
Iedereen droomt.
Hoe zou ik een robot kunnen zijn? Robots dromen niet.
Miljoenen mensen die naar onsterfelijkheid verlangen, weten niet wat ze met zichzelf aanmoeten op een regenachtige zondagmiddag.