Examples of using "Nervoso" in a sentence and their dutch translations:
- Ik werd nerveus.
- Ik werd zenuwachtig.
- Ik ben nerveus.
- Ik ben zenuwachtig.
- Ik ben ook zenuwachtig.
- Ik ben ook nerveus.
- Ook ik ben zenuwachtig.
- Tom zag er nerveus uit.
- Tom zag er zenuwachtig uit.
- Tom leek zenuwachtig.
- Tom leek nerveus.
- Tom keek zenuwachtig.
- Tom keek nerveus.
- Ik ben heel zenuwachtig.
- Ik ben heel nerveus.
- Je ziet er gespannen uit.
- Je kijkt nerveus.
- Je kijkt zenuwachtig.
- Je ziet er zenuwachtig uit.
- Je ziet er nerveus uit.
- U kijkt zenuwachtig.
- U kijkt nerveus.
- U ziet er zenuwachtig uit.
- U ziet er nerveus uit.
- Jullie zien er zenuwachtig uit.
- Jullie zien er nerveus uit.
- Jullie lijken nerveus.
- Jullie kijken zenuwachtig.
- Jullie kijken nerveus.
- U ziet er gespannen uit.
- Jullie zien er gespannen uit.
- Je lijkt nerveus.
- Je lijkt zenuwachtig.
- U lijkt nerveus.
- U lijkt zenuwachtig.
- Jullie lijken zenuwachtig.
Tom werd nerveus.
- U bent nerveus.
- Jij bent nerveus.
- Ben je niet zenuwachtig?
- Ben je niet nerveus?
- Bent u niet nerveus?
- Bent u niet zenuwachtig?
- Zijn jullie niet nerveus?
- Zijn jullie niet zenuwachtig?
Tom is nerveus.
Ik word er nerveus van.
Ik zal boos worden.
Ik werd zenuwachtig op het toneel.
- Tom was heel nerveus.
- Tom was heel zenuwachtig.
Ik ben altijd erg zenuwachtig.
Hij wordt gemakkelijk boos.
Hij is nerveus en opgewonden.
Je broer is erg boos.
- Hij was te boos om te kunnen spreken.
- Hij was te kwaad om te kunnen spreken.
- Ik ben niet nerveus.
- Ik ben niet zenuwachtig.
- Tom is gewoon een beetje nerveus.
- Tom is alleen een beetje nerveus.
Tom is waarschijnlijk nog steeds nerveus.
Bill is zenuwachtig voor het examen.
Bill is zenuwachtig voor het examen.
Tom is boos.
- Voel je je nerveus op kantoor vandaag?
- Voelt u zich nerveus op kantoor vandaag?
- Het maakt me zenuwachtig.
- Het maakt me nerveus.
- Ik word er nerveus van.
Ik word altijd een beetje zenuwachtig als ik mijn hand in een gat steek.
Lang wachten op een vriend maakt me zenuwachtig.
Bij zoveel mensen werd hij natuurlijk een beetje nerveus.
Als je zo doorgaat met klagen, word ik echt zenuwachtig.
Ik zal boos worden.
Met zoveel mensen om zich heen werd hij natuurlijk een beetje nerveus.
Wat hebt u vanochtend gedaan? -Gewerkt. Ik heb het gras gemaaid. Ik ben best nerveus.
U bent nerveus.
Hier kun je een hoop vloeistof uit halen. Het enige dat me zorgen baart...
- Je bent te nerveus.
- Je bent te zenuwachtig.
- U bent te nerveus.
- U bent te zenuwachtig.
- Jullie zijn te nerveus.
- Jullie zijn te zenuwachtig.
Waarom viel het dermate moeilijk te beargumenteren, dat de zenuwcel de basiseenheid van het zenuwweefsel is?
Hij is erg boos op haar.