Translation of "Parecia" in Dutch

- Você parecia surpreso.
- Você parecia surpresa.

- Jij leek verrast te zijn.
- Jullie leken verrast te zijn.

- Tudo parecia bonito.
- Tudo parecia bem.

Alles zag er mooi uit.

Parecia barato.

- Het zag er goedkoop uit.
- Het leek goedkoop.

- Tom parecia nervoso.
- Tom parecia estar nervoso.

- Tom zag er nerveus uit.
- Tom zag er zenuwachtig uit.
- Tom leek zenuwachtig.
- Tom leek nerveus.
- Tom keek zenuwachtig.
- Tom keek nerveus.

Ele parecia jovem.

Hij zag er jong uit.

Tom parecia aliviado.

- Tom zag er opgelucht uit.
- Tom leek opgelucht.

Tom parecia cansado.

Tom zag er moe uit.

Tom parecia zangado.

Tom zag er boos uit.

Tom parecia aborrecido.

Tom leek verveeld.

Tom parecia tímido.

Tom leek verlegen.

Tom parecia horrorizado.

Tom zag er geschokt uit.

Tom parecia ocupado?

Lijkt Tom het druk te hebben?

Tom parecia interessado.

Tom leek geïnteresseerd.

Ela parecia emocionada.

Zij leek opgewonden.

Tom parecia feliz.

Tom zag er gelukkig uit.

Tom parecia doente.

Tom leek ziek.

Tom parecia perigoso.

Tom leek gevaarlijk.

- Tom parecia estar ótimo.
- Tom parecia estar muito bem.
- Tom parecia estar em grande forma.

Tom zag er geweldig uit.

- O nosso professor parecia surpreso.
- A nossa professora parecia surpresa.

Onze leraar leek verrast te zijn.

O idoso parecia sábio.

De oude man zag er wijs uit.

Ele parecia um médico.

Hij zag eruit als een dokter.

Tom parecia estar desinteressado.

Tom leek ongeïnteresseerd.

Tom parecia muito velho.

Tom zag er erg oud uit.

Ela não parecia contente.

- Het zag er niet naar uit dat ze er tevreden mee was.
- Ze zag er niet tevreden uit.

Tom parecia estar zangado.

Tom leek boos.

Tom parecia muito feliz.

Tom zag er erg gelukkig uit.

Tom parecia estar solitário.

- Tom zag er eenzaam uit.
- Tom leek eenzaam.

Tom parecia estar sonolento.

Tom leek slaperig.

O nosso professor parecia surpreso.

Onze leraar leek verrast te zijn.

Tom parecia estar preocupado comigo.

Tom leek zich zorgen om mij te maken.

Tom não parecia muito ocupado.

- Tom leek niet zo bezig te zijn.
- Tom leek het niet erg druk te hebben.

Ela parecia estar muito assustada.

Ze leek erg te zijn geschrokken.

Nesta altura, tudo parecia... DIA 304

Alles leek toen... DAG 304

Parecia bom demais para ser verdade.

Het leek te mooi om waar te zijn.

- Ela parece envergonhada.
- Ela parecia embaraçada.

Ze leek gegeneerd.

Por acaso ele parecia um médico?

Leek hij op een dokter?

- Ela pareceu excitada.
- Ela parecia emocionada.

Zij leek opgewonden.

Parecia que Mary precisava de ajuda.

Het leek erop dat Maria hulp nodig had.

Parecia que ele ia me beijar.

Het leek alsof hij me ging kussen.

Parecia que me tinham enfiado uma agulha

Dat voelde als iemand die een naald...

Seu estômago parecia um poço sem fundo.

Zijn maag leek wel een bodemloos vat.

Ela parecia mais morta do que viva.

Ze zag er meer dood dan levend uit.

À primeira vista, a ideia parecia absurda.

Op het eerste gezicht leek het idee absurd.

Vista de longe, a ilha parecia uma nuvem.

Vanuit de verte gezien zag het eiland eruit als een wolk.

- O Tom parecia feliz.
- O Tom pareceu feliz.

Tom leek gelukkig.

- Todos pareciam felizes.
- Todo mundo parecia estar feliz.

- Ze zagen er allemaal gelukkig uit.
- Iedereen zag er gelukkig uit.

- Era um dilúvio.
- Parecia um dilúvio.
- Chovia torrencialmente.

Het stroomde.

Em um mundo que parecia grande demais para mim.

in een wereld die veel te groot aanvoelde voor mij.

Foi mais fácil do que parecia à primeira vista.

Het was makkelijker dan het op het eerste gezicht leek.

- Tom parecia estar bem.
- Tom estava com boa aparência.

Tom zag er goed uit.

A garrafa estava cheia com o que parecia ser areia.

De fles was gevuld met iets dat eruitzag als zand.

Parecia que ele estava dormindo, mas ele estava realmente morto.

Hij zag eruit alsof hij sliep, maar eigenlijk was hij dood.

Você não parecia entender o que o Tom estava dizendo.

Je leek niet te begrijpen wat Tom zei.

Não foi o Tom. Era apenas alguém que se parecia com ele.

Het was Tom niet. Het was gewoon iemand die op hem leek.

- Parecia que ela não tinha me reconhecido.
- Parece que ela não me reconheceu.

Ze leek mij niet te herkennen.

Por vezes, parecia que água a escaldar estava a ser injetada no meu osso.

Soms voelde het alsof er kokend water in mijn bot was geïnjecteerd.

Então, mais uma vez, o que parecia ser ficção completa acaba tendo alguma corroboração

Dus nogmaals, wat leek op complete fictie, blijkt een harde feitelijke

- Os cães não podem falar, mas é como se os olhinhos do filhote dissessem: "Não, eu não tenho um lar."
- Os cães não sabem falar, mas parecia que os olhos do cachorro diziam: "Não, eu não tenho um lar".

Honden kunnen niet praten, maar het leek alsof de ogen van het hondje zeiden: "Nee, ik heb geen thuis."