Examples of using "Iremos" in a sentence and their dutch translations:
We zullen gaan.
Laten we bellen.
Wij gaan, maar zonder u.
Samen zullen we het halen!
We gaan vanavond naar de film.
Morgen zullen we van Frankfurt naar München gaan.
Als we de trein missen, dan gaan we met de bus.
De volgende zondag gaan we onze tante bezoeken.
We vertrekken zodra het stopt met regenen.
Wanneer eten we? Ik heb honger.
Vanavond gaan we naar de kerk.
We zullen het nodig hebben.
Als we het mis hebben... ...erkennen we dat en corrigeren we dat.
Wanneer zullen we er zijn?
Wanneer eten we? Ik heb honger.
Vanavond gaan we naar de kerk.
Wanneer gaan we eten? Ik heb honger!