Examples of using "Fugiu" in a sentence and their dutch translations:
- De jongen liep weg.
- De jongen rende weg.
- Hij is weggelopen.
- Hij is weggerend.
Ge zijt gevlucht.
De dief rende weg.
- De kat is weggelopen.
- De kat rende weg.
- De kat is weggerend.
- De jongen liep weg.
- De jongen rende weg.
Waarom is hij weggelopen?
- Waarom zijt ge weggelopen?
- Waarom zijn jullie weggelopen?
- Waarom bent u weggelopen?
- Waarom ben je weggelopen?
- Tom vluchtte naar Australië.
- Tom is naar Australië gevlucht.
De president is de hoofdstad ontvlucht.
Omdat hij het gevaar voelde komen, sloeg hij op de vlucht.
Er is een groot dier uit de zoo ontsnapt.
Het ongelukkige kind liep weg en verstopte zich in het dichtstbijzijnde bos.
Dorpeling Lakchmamma was aan het werk in het veld... ...in Karnataka toen haar beste geit er ineens vandoor ging.
Met zijn kleurrijke kleding, zijn lange pruik en zijn witte handschoenen zou men kunnen afleiden dat hij uit een soort Disneyland is weggelopen.
...dus hij was verbaasd dat mensen hem zo slecht behandelden... ...en op hem schoten, dus hij rende niet meteen weg.
Ik wou hem slaan, maar hij liep van mij weg.