Examples of using "Deve" in a sentence and their dutch translations:
- U moet het me vertellen.
- Jullie moeten het me vertellen.
Hij moet dood.
- Dat zou waar kunnen zijn.
- Dat zou kunnen.
Ze weet het.
- Je bent me wat verschuldigd.
- U bent me wat verschuldigd.
- Jullie zijn me wat verschuldigd.
Ja, je moet.
Je moet hard leren.
Je lijkt wel gek.
Hij is zeker ouder dan zestig.
Deze fiets moet hersteld worden.
Je moet nu niet vertrekken.
- Je zou niet alleen moeten gaan.
- Je moet niet alleen gaan.
- Je kan maar beter niet alleen gaan.
Zo is het goed. We gaan.
Dat is onze zeeslak.
Een mens moet werken.
Hij moet van je houden.
Er moet wat gedaan worden!
- Ge moet hem helpen.
- Je moet hem helpen.
Je moet met mij meekomen.
Ze moet daarnaartoe.
Gij moet dat doen.
Hij slaapt waarschijnlijk.
Dat moet een fout zijn.
Hij moet dood zijn.
- Je moet voorzichtig zijn.
- U moet voorzichtig zijn.
U bent Tom, nietwaar?
- Tom moet zich eenzaam voelen.
- Tom moet eenzaam zijn.
- Tom voelt zich waarschijnlijk eenzaam.
Het moet een virus zijn.
Je moet veel studeren.
- Je moet het me vertellen.
- U moet het me vertellen.
- Jullie moeten het me vertellen.
Dat zegt ge om te lachen!
De koningin moet sterven.
U moet u overgeven.
U moet niet naar binnen gaan.
Hij moet ongeveer veertig zijn.
Het is wat energie.
Dat is onze weg naar buiten. Kom op.
- Een man moet eerlijk zijn.
- Een mens moet eerlijk zijn.
Ja, je moet.
Men moet de regels in acht nemen.
Je moet de waarheid zeggen.
Tom moet heel moe zijn.
Mijn broer is zeker ziek.
Je moet blijven trainen.
U hoeft vandaag niet uit te gaan.
Hoe moet zij dat doen?
- Je bent me een biertje schuldig.
- U bent me een biertje schuldig.
- Jullie zijn me een biertje schuldig.
Nick is mij tien dollar verschuldigd.
Jij verstopt iets, nietwaar?
Men moet zijn moeder liefhebben.
Je mag niet te veel eten.
Je moet hem onmiddellijk helpen.
Het zou vannacht moeten gaan regenen.
Het moet een fortuin hebben gekost.
Niemand is iemand iets schuldig.
Je moet een brief schrijven.
U mag hier niet parkeren.
Andy moet heel hard geoefend hebben.
Je mag niet te veel eten.
Deze boom moet worden gesnoeid.
Je mag hier niet roken.
- Ge moet leren uit uw fouten.
- Je moet leren van je eigen fouten.
Ze moet wel erg hard gewerkt hebben.
Hij moet een eerlijk man zijn.
Ga vooral door met je plan.
Je vergaat vast van de honger.
Moeten we de vlag veranderen?
Er mag nooit meer een Holocaust gebeuren.
Hier moet je linksaf slaan.
Er moet een misverstand zijn tussen ons.
- Je moet gaan.
- Je moet vertrekken.
Ge moet onmiddellijk beginnen.
U moet leren om u te beheersen.
Je moet deze vragen beantwoorden.
Je behoort altijd in persoon je verontschuldigingen aan te bieden.
Ge zoudt altijd de waarheid moeten zeggen.
- Hij is vast Toms broer.
- Hij moet wel Toms broer zijn.
Hoe oud zou zijn vader zijn?
Ik denk dat ge haar wat uitleg zult moeten geven.