Examples of using "Concordar" in a sentence and their dutch translations:
Ze zullen nooit akkoord gaan.
Ik kan het niet met je eens zijn.
Ik begrijp het maar ik ben het er niet mee eens.
Tom gaat het er waarschijnlijk mee eens zijn.
Het spijt me maar ik kan het niet eens met je zijn.
- Ik versta het, maar ik kan het niet goedkeuren.
- Ik begrijp het maar ik ben het er niet mee eens.
- Hiermee ben ik het met hen niet over eens.
- Hierover kan ik het met hem niet eens zijn.
Waarschuw Tom er niet mee in te stemmen dat te doen.
Je kunt niet met iedereen over alles akkoord gaan.