Examples of using "Câmera" in a sentence and their dutch translations:
Breng een fototoestel!
Ik ben mijn camera kwijt.
- Niet mijn camera aanraken.
- Kom niet aan mijn fototoestel.
- Raak mijn camera niet aan.
Ik heb een nieuwe camera.
- Ik heb mijn camera verloren.
- Ik ben mijn camera kwijt.
Ik heb onlangs mijn camera verloren.
Hoeveel kost deze fotocamera?
Het is een goede camera.
- Mijn fototoestel is een Nikon.
- Mijn fototoestel is van Nikon.
Tom is zijn fotoapparaat in Boston verloren.
- Heb je een fototoestel?
- Hebt ge een fototoestel?
Hij heeft een goed fototoestel.
Van wie is deze camera?
- Ik ben mijn camera aan het zoeken.
- Ik zoek mijn camera.
Heb je een fototoestel?
Ik heb mijn fototoestel op haar gericht.
- Ik hou niet van die camera.
- Ik hou niet van die fotocamera.
Hoe gebruik je dit fototoestel?
Ik wil een nieuw fototoestel kopen.
In deze camera zit geen film.
Ze lieten de scène vertraagd zien.
Ik zou graag zo'n camera hebben.
Mijn camera is anders dan de jouwe.
Mijn camera is waterdicht.
Deze camera is gemaakt in Duitsland.
Mijn oom heeft mij een fototoestel gegeven
Ze heeft hem een fototoestel gekocht.
Kunt u mij een goed fototoestel aanraden?
Ik zou graag zo'n camera hebben.
Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.
Tom kocht een fototoestel voor 500 dollar.
- Tom kocht van Maria een camera.
- Tom kocht van Maria een fototoestel.
Tom heeft een camera voor me gekocht.
- Weet je waar hij zijn fototoestel gekocht heeft?
- Weet u waar hij zijn fototoestel gekocht heeft?
Ik kocht een fototoestel voor dertig dollar.
Dit is de camera die ik gisteren gekocht heb.
Tom kocht voor Mary een mooi fototoestel.
Hoe vaak gebruik je de camera van je smartphone?
Tom kocht dezelfde camera die Mary ook heeft.
Ik denk dat het tijd is voor me om een nieuwe camera te kopen.
Vergeet niet om een camera mee te nemen.