Examples of using "Abri" in a sentence and their dutch translations:
Laten we het openen.
Kun je het openen?
- Kun je het openen?
- Kunnen jullie het openen?
- Kunt u het openen?
- Ik heb de deur opengedaan.
- Ik deed de deur open.
Kunt u het openen?
Kunnen jullie het openen?
Ik opende een deur.
Ik opende de deur langzaam.
Ik opende de koffer.
Kunt u het openen?
Kun je het openen?
Doe open!
Ik deed het raam open.
Kun je het openen?
Ik heb die doos geopend.
- Ik deed de deuren open.
- Ik heb de deuren opengedaan.
Ik heb de doos opgemaakt. Ze was leeg.
- Wanneer ik de gordijnen opende was het aan het sneeuwen.
- Het was aan het sneeuwen wanneer ik de gordijnen opende.
Ik opende de deur met mijn sleutel.
De doos was leeg toen ik hem openmaakte.
Ik leg hem hier uit, lanceer hem... ...en ren zo van de klif.
Toen ik mijn ogen weer opendeed, stond er ineens een onbekende dame voor mijn neus.