Examples of using "graus" in a sentence and their dutch translations:
De thermometer geeft drie graden onder nul aan.
We zijn weer terug bij af.
De temperatuur is 70 graden.
Het is zes graden onder nul.
De temperatuur kan hier teruglopen tot minus 30 graden.
De temperatuur op het oppervlak kan wel 60 graden bereiken.
Water kookt bij 100 graden Celsius.
Water bevriest bij nul graden Celsius, toch?
Water kookt bij honderd graden.
De lichaamstemperatuur van een schaap is 39 graden Celsius,
Het water is 50 graden warmer dan de omringende lucht.
De temperaturen dalen regelmatig tot onder de -40 graden.
Een hoek van 90 graden noemt men een rechte hoek.
Maar het is er minstens 20 graden warmer... ...dan in de grot.
De som van alle hoeken in een driehoek is 180 graden.
Maar de hitte is de echte moordenaar. Het kan daar wel 60 graden worden...
Het koelt af tot acht, negen graden Celsius. De kou beneemt je de adem.
Een ondergrondse mijn kan wel 20 tot 30 graden koeler zijn... ...dan de oppervlakte.