Examples of using "Faz" in a sentence and their dutch translations:
Tom doet dat.
- Het is volkomen logisch.
- Het klinkt heel zinvol.
- Dat is volkomen logisch.
Lang niet gezien.
Het zal wel.
- Wat maakt het uit.
- Wat doet het ertoe.
Maak koffie.
Tom doet dat, maar Maria niet.
De koe zegt "boe", de haan zegt "kukelekuu", het varken zegt "knor", de eend zegt "kwak" en de kat zegt "miauw".
- Dit slaat nergens op.
- Dat is onzin.
- Dit is niet logisch.
- Da's logisch.
- Dat is logisch.
Op opmerkelijke wijze...
Die bliksemsnelle aanvallen.
Doe dat nog eens.
Wat is Ken aan het doen?
Het is lang geleden.
- Het maakt niets uit.
- Het maakt geen verschil!
Niemand doet dat beter.
- Er klopt niets.
- Het slaat nergens op.
Het is erg heet.
Heeft dit wel zin?
Dat kietelt.
Daar heeft niemand wat aan.
Tom doet dat.
Het slaat gewoon nergens op.
Ik ben degene die het het beste doet.
Het is ijskoud.
Het is hier erg heet.
- Wat doet ze?
- Wat doet hij?
Ik wacht al urenlang.
Het maakt weinig verschil.
Geloof doet wonderen!
Lezen maakt me blij.
Iedereen doet dat.
Jij bakt heerlijke taarten.
Is het koud in Duitsland?
Dat doet me deugd!
Merkt men het?
Ze maakt me blij.
Tom doet me lachen.
Hoe maakt men brood?
- Ge doet mij dromen.
- Je doet me dromen.
- Ga koffiezetten.
- Maak koffie.
- Dit slaat nergens op.
- Dat is onzin.
- Dat slaat nergens op.
Hij doet alles goed.
- Het is erg warm vandaag.
- Het is vandaag erg warm.
Ik zou er niet om geven.
De liefde doet wonderen.
Jij maakt me gelukkig.
Ik heb al jaren niet getekend.
Daar is kop noch staart aan te krijgen.
Een baard maakt je nog geen filosoof.
Ik heb je drie uur geleden gebeld.
Een baard maakt je nog geen filosoof.
Eendracht maakt macht.
De gelegenheid maakt de dief.
Hoe maak je een doos?
Oefening baart kunst.
- Wat maakt je blij?
- Wat maakt je gelukkig?
Zij doet niets anders dan wenen.
Het concept slaat nergens op.
Wat doe je precies?
Doe wat hij je zegt.
Ga je vaak winkelen?
Roken schaadt de gezondheid.
Doe dat alsjeblieft niet.
Speel Hamlets rol.
Niemand weet het.
Wat doe je daar?
- Zwemmen is gezond.
- Zwemmen is goed voor je gezondheid.
Werken maakt ons sterker.
Waarom doet u dit?
Bijna iedereen doet dat.
Mijn moeder maakt een taart.
Waarom doe je dit?
Ze volgt naailessen.
Tom neemt pianolessen.
Het wordt elke dag heter en heter.
Het is koud.