Examples of using "Usłyszałem" in a sentence and their dutch translations:
- Ik hoorde jou.
- Ik hoorde jullie.
- Ik hoorde u.
Ik hoorde de telefoon rinkelen.
Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
- Ik hoorde je niet binnenkomen.
- Ik hoorde u niet binnenkomen.
Ik heb hem naar beneden horen komen.
Ik was opgelucht toen ik het bericht hoorde.
Ik antwoordde automatisch toen ik mijn naam hoorde.
Ik was zeer blij toen ik dat nieuws vernam.
Ik liep over de drukke straat, en opeens hoorde ik een schelle schreeuw.