Translation of "Słyszycie" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Słyszycie" in a sentence and their dutch translations:

Słyszycie?

Hoor je dat?

Słyszycie?

Hoor je dat?

Słyszycie?

Luister, hoor je dat?

Słyszycie to?

Luister, hoor je dat?

Słyszycie to?

Horen jullie dat?

Słyszycie? To woda.

Hoor je dat? Kijk, het is water.

Słyszycie? Sprawdzę co to!

Luister, hoor je dat? Kijk.

Pomyślcie o tym, co słyszycie teraz.

zou ik je graag laten denken aan wat je in het begin hoorde,

Musimy się pospieszyć i złapać więcej stworzeń. Słyszycie?

We moeten opschieten en meer beesten vinden. Luister, hoor je dat?