Examples of using "Rozpalić" in a sentence and their dutch translations:
We kunnen hier een klein vuur maken...
Maar als we een groot vuur maken dat afschrikt...
Of stop ik om een vuur te maken?
Het is altijd goed een vuur te stoken. Het houdt de roofdieren weg...
Het is altijd goed 'n vuur te maken. Het schrikt roofdieren af.
Dus jij denkt dat we moeten stoppen en een vuur moeten maken?