Examples of using "Esperanta" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben begonnen Esperanto te leren.
Gisteren was ik klaar met het leren van Esperanto op Duolingo.
- Je bent Esperanto aan het leren.
- Je leert Esperanto.
- Jij leert Esperanto.
- Je zit Esperanto te leren.
Ik ben net begonnen Esperanto te leren.
- Hij leert Esperanto.
- Hij is Esperanto aan het leren.
- Zij leert Esperanto.
- Ze leert Esperanto.
- Ze is Esperanto aan het leren.
Ik ben begonnen Esperanto te leren.
Ik ben begonnen Esperanto te leren.
De Duitse interpunctie is pedant, de Engelse is chaotisch, en voor Esperanto raadde dr. Zamenhof ons aan onze moedertaal als leidraad te gebruiken. Hoe dan?