Examples of using "Babcia" in a sentence and their dutch translations:
- Toms grootmoeder ziet er gezond uit.
- De grootmoeder van Tom lijkt gezond te zijn.
Mijn oma praat langzaam.
Zijn grootmoeder ziet er gezond uit.
Waar woont je oma?
Mijn grootmoeder woont op het platteland.
Mijn grootmoeder houdt van tv kijken.
Mijn oma heeft een hoop sjaals.
Mijn oma heeft een hoop sjaals.
Mijn oma wilde thuis begraven worden.
Mijn grootmoeder postte de brief vanmorgen.
Zij was daar omdat mijn oma kanker had en die dag geopereerd werd.