Translation of "Oglądać" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Oglądać" in a sentence and their dutch translations:

- On uwielbia oglądać telewizję.
- On lubi oglądać telewizję.

- Hij houdt van tv kijken.
- Hij kijkt graag tv.

Możecie oglądać telewizję.

Jullie kunnen tv kijken

Chodźmy oglądać telewizję.

Laten we tv kijken.

Możesz oglądać telewizję.

Je kan tv kijken.

Dzieci lubią oglądać telewizję.

Kinderen houden van tv-kijken.

Nie wolno oglądać telewizji.

Kijk geen televisie!

On lubi oglądać telewizję.

- Hij houdt van tv kijken.
- Hij kijkt graag tv.

On uwielbia oglądać telewizję.

- Hij houdt van tv kijken.
- Hij kijkt graag tv.

Lubię oglądać mecze baseballa.

Ik kijk graag naar honkbal wedstrijden.

Może pan oglądać telewizję.

U kunt tv kijken.

Większość ludzi lubi oglądać telewizję.

De meeste mensen kijken graag televisie.

Moja babcia uwielbia oglądać telewizję.

Mijn grootmoeder houdt van tv kijken.

Przestałem oglądać porno z dwóch powodów.

Ik ben gestopt met naar porno kijken om twee redenen.

Moja mama nie lubi oglądać telewizji.

- Mijn moeder kijkt niet graag tv.
- Mijn moeder houdt niet van televisiekijken.

Tom i Mary wolą oglądać komedie.

Tom en Maria kijken allebei liever comedies.

Moja matka nie lubi oglądać telewizji.

Mijn moeder houdt niet van televisiekijken.

Nie mam zamiaru cię nigdy oglądać.

Ik zal je niet meer weerzien.

Wychylali się przez okno, by oglądać paradę.

Ze leunden uit het venster om de parade te bekijken.

Powinienem się uczyć angielskiego, ale wolę oglądać film.

Eigenlijk zou ik Engels moeten leren, maar ik kijk liever een film.

Nie pozwalam moim dzieciom oglądać telewizji w dni szkolne wieczorami.

- Mijn kinderen mogen van mij geen televisie kijken op een doordeweekse avond.
- Ik laat mijn kinderen op doordeweekse avonden geen televisie kijken.