Examples of using "„może”" in a sentence and their dutch translations:
- Misschien.
- Wellicht.
- Eventueel.
- Het gaat misschien regenen.
- Het kan gaan regenen.
Ik denk dat dit het volgende is:
- Hij kan komen.
- Hij mag komen.
- Dit is voldoende.
- Dit is genoeg.
- Dit volstaat.
Misschien niet.
Misschien heb ik overdreven.
Misschien later.
Hij kan niet ontsnappen, maar wel terugvechten...
- Ze zal misschien komen.
- Ze komt misschien.
- Misschien komt ze.
Iedereen kan dat doen.
- Kunt u me helpen?
- Kan je me helpen?
Misschien komt hij.
Alsof misschien, slechts misschien,
Maar eerder iets poëtisch,
...kan een groep overmeesteren.
...kan het gezin eten.
...kan hij ze doden.
Het ziet ernaar uit dat het vanavond gaat regenen.
Misschien heb je gelijk.
- Misschien komt Jane.
- Misschien zal Jane komen.
Misschien was hij ziek.
Dat kan niet waar zijn!
- Ze zal misschien komen.
- Ze komt misschien.
- Misschien gaat het sneeuwen.
- Het is mogelijk dat het gaat sneeuwen.
- Misschien zal het sneeuwen.
Misschien de volgende keer!
Misschien kan ik helpen.
Het kan morgen gaan regenen.
Iedereen mag bijdragen.
Een vogel kan vliegen.
- Misschien heb je gelijk.
- Misschien heb je wel gelijk.
- Kunt u stappen?
- Kunt u lopen?
Tom kan spreken.
Een koe, misschien. Dat stinkt.
Een koe, misschien. Dat stinkt.
Dat is mogelijk de moeite waard.
maar dit kan een lastige zijn.
Iets kleiners misschien.
Uitglijden kan fataal zijn.
Iedereen kan dat doen.
Wat dacht je van Thais eten?
Het zou kunnen dat je hem gaat ontmoeten.
- Misschien heeft Tom gelijk.
- Tom heeft misschien gelijk.
Misschien wist zij het antwoord.
Misschien houdt Tom van jou.
Misschien had ik het mis.
Misschien weet Tom iets.
- Iedereen kan fouten maken.
- Iedereen kan wel een foutje maken.
- Het kan gevaarlijk zijn.
- Dat kan gevaarlijk zijn.
Misschien kunnen we Tom helpen.
- Misschien kan Tom helpen.
- Tom kan misschien helpen.
Het maakt niet uit wat voor tijdschrift.
Waarom kom je niet bij ons op bezoek?
Hij zou een genie kunnen zijn.
Hij kan niets doen dan zwijgen.
Misschien heb je me niet begrepen.
Misschien zwemt Tom graag.
Misschien had Tom niet gelijk.
- Misschien slaag je.
- Misschien zal je slagen.
- Misschien zal het je lukken.
Het kan wel even duren.
U kunt hier parkeren.
Tom kan hier zitten.
Hij kan het niet doen.
U kunt tv kijken.
Het kan zijn dat Tom vandaag komt.
Maar het is veiliger.
Hier zou het kunnen.
Dit kan best spannend zijn.
Misschien 'n karkas of zo.
Om deze grote rots.
Dit kan moeilijk worden. Maar laten we beginnen.
...die eruit kan zien als water.
Hoe kan een robot daarbij helpen?
Dit is wellicht een verklaring
De vlieg ontvangt een nectar-geschenk.
Het houdt andere loewaks dan wel weg...
Het kuiken kan veilig eten.
Radar laat het grondgesteente zien
Maar dit verlies kan teniet gedaan worden
Hierdoor kan iedereen de voortgang van hun wond controleren
U vraagt zich misschien af: waarom?
Vanmiddag gaat het misschien sneeuwen.
- Iedereen mag dit woordenboek gebruiken.
- Iedereen mag van dit woordenboek gebruikmaken.
Mijn moeder kan niet komen.