Examples of using "Później" in a sentence and their dutch translations:
- Ik spreek je later nog.
- We spreken later verder.
Misschien later.
Ik zal later betalen.
Ik bel je later terug.
Tot weerziens!
Zou je misschien later kunnen terugbellen?
- Tot later.
- Ik zie je later.
Kan ik later terugbellen?
Hij komt daarna.
Vraag het later nog eens.
En toen, een paar weken later...
Ik bel je later terug.
- Ik zal me later bij jullie aansluiten.
- Ik ontmoet je later.
- Ik ben later dan gewoonlijk gearriveerd.
- Ik ben later dan gebruikelijk aangekomen.
Vroeg of laat gaan we dood.
- Ik ben later dan gewoonlijk gearriveerd.
- Ik ben later dan gebruikelijk aangekomen.
- Hij kwam twee dagen later terug.
- Hij kwam twee dagen later weer terug.
Ik bel je later vandaag.
Laten we dat probleem later bespreken.
Vroeg of laat zullen we het doen.
Tot weerziens!
Vroeg of laat gaan we allemaal dood.
Hij stierf enkele uren later.
Jaren later las ik een biografie van Albert Einstein.
Kun je me later bellen?
Kunnen we dit later doen?
Vijf minuten daarna
De grote opluchting kwam een week later...
Vroeg of laat zal hij er spijt van krijgen.
Vroeg of laat zal hij er spijt van krijgen.
Hij ging drie uur later naar huis.
Vroeg of laat moeten we allemaal sterven.
- Ik weet niet wat ik als volgende ga doen.
- Ik weet niet wat ik nu ga doen.
Tom zei dat hij je later belt.
Vier of vijf dagen later werkten we op straat.
We zochten de moeder een paar maanden later op.
- Hij kwam twee dagen later terug.
- Hij kwam twee dagen later weer terug.
...zodat zij later de school kunnen steunen.
Uiteindelijk, zo'n 100 dagen later, was die arm weer aangegroeid.
En het was Pruisen die het meeste zou verliezen in de Verdragen van Tilsit, ondertekend twee weken later.
Daarna vertrek ik, maar dan realiseer ik me dat ik m'n rugzak bij hen thuis heb laten liggen.