Examples of using "ślub" in a sentence and their dutch translations:
Het was een prachtige bruiloft.
Hun huwelijk vindt morgen plaats.
- Hun huwelijk vindt morgen plaats.
- Morgen is hun huwelijk.
De bruiloft vindt zaterdag plaats.
Ze zijn zes maanden geleden getrouwd.
Anna is getrouwd buiten weten van haar ouders.