Examples of using "Pół" in a sentence and their dutch translations:
Je hebt gedurende een halfuur
- We bellen over dertig minuten weer.
- We bellen over dertig minuten terug
- Snij het doormidden.
- Snij het door de helft.
We hebben een half dozijn eieren.
Ze sneed de appel in twee.
Ze zijn zes maanden geleden getrouwd.
Ik ben zes maanden geleden gestopt met roken.
De vergadering is dertig minuten geleden geëindigd.
Ze heeft mij een half uur laten wachten.
Zijn er excursies van een halve dag?
Een half uur lang hadden we een vreselijke stortregen.
Hij zal over een half uur hier zijn.
Breng mij alstublieft een halve fles wijn.
Het woordenboek bevat ongeveer een half miljoen woorden.
Veel studenten werken deeltijds.
Ze hebben een half miljoen jongen. Een handvol blijven er leven.
- Tot twee uur dertig zal er niets gebeuren.
- Tot half drie zal er niets gebeuren.
Minder dan een halve eeuw geleden... ...was zoiets onmogelijk geweest.
Hij kwam een half uur later, zodat ze allemaal boos waren op hem.