Examples of using "Partire" in a sentence and their dutch translations:
- Wanneer moet je weg?
- Wanneer moet je vertrekken?
We moeten gaan.
Ik wil weggaan.
Ik moet nu gaan.
We moeten vroeg vertrekken.
Ik kan niet gaan.
Hij kan morgen vertrekken.
We zijn klaar om te vertrekken.
Wil je weg?
Laat me gaan!
Wanneer ben je klaar om te vertrekken?
Waarom wil je vandaag weggaan?
Hoe laat wil je weg?
Ze verplichtten haar te gaan.
Ik moet nu gaan.
Tom moet ervandoor.
We moeten meteen beginnen.
Ik wil weggaan.
- We moeten vertrekken.
- We moeten gaan.
Weggaan is een beetje doodgaan, maar doodgaan is meer dan weggaan.
Tom wilde niet weg.
U kunt maar beter weggaan.
uit rotsen -- ‘litho’
Ik sta op het punt uit te gaan.
Wanneer ben je klaar om te vertrekken?
Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.
We zijn van plan morgen te gaan.
Ik sta op het punt uit te gaan.
Zeg hen mij te bellen voordat ze vertrekken.
Helaas is het sinds de jaren 1980
Ik moet nu gaan.
Je moet iets eten voor je gaat.
Ik moet nu gaan.
Ik ben klaar om te vertrekken.
Het Frans ontwikkelde zich vanuit het Latijn.
Sinds vanmorgen hebben ze drie boeken gelezen.
Wijn wordt van druiven gemaakt.
Takuya zei me direct te vertrekken.
- We moeten vertrekken.
- We moeten gaan.
- Ik denk dat ik ervandoor moet.
- Ik geloof dat ik weg moet gaan.
Meel wordt van tarwe gemaakt.
Sinds vanmorgen hebben ze drie boeken gelezen.
Kaas wordt gemaakt van melk.
- Zeg hen mij te bellen voordat ze vertrekken.
- Laat ze me bellen voordat ze vertrekken.
- Wil je weg?
- Wil je gaan?
- Willen jullie gaan?
- Wilt u gaan?
- Ik zou u graag zien voor ik naar Europa vertrek.
- Ik wil je nog zien voor ik naar Europa vertrek.
Om naar het buitenland te reizen heeft men meestal een internationaal paspoort nodig.
Ik kan niet wachten om te vertrekken.
Deze kaas is gemaakt van schapenmelk.
De aarde is de derde planeet vanaf de zon.
Ik denk dat het tijd is om te vertrekken.
Brood wordt gemaakt van tarwe.
- Ik moet gaan.
- Ik moet ervandoor.
De hoeveelheid ijs die Groenland sinds 2002 heeft verloren,
Ze staan op het punt weg te gaan.
Het is tijd om te beginnen.
Tom is klaar om te vertrekken, toch?
Boter wordt gemaakt van melk.
- Ga niet weg.
- Ga niet weg!
- Ga niet weg.
- Ga niet weg!
Neptunus is de achtste planeet van de zon.
Ik wil de stad niet verlaten.
Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.
Ik moet nu gaan.
Kaas is een vast voedsel dat wordt geproduceerd van melk van koeien, geiten, schapen of andere zoogdieren.
Brood wordt van meel gemaakt.