Examples of using "Adesso" in a sentence and their dutch translations:
Nu.
Begin nu.
Ga nu.
Stem nu!
Kom nu!
- Niet nu!
- Nu niet!
Wat nu?
Je zou onmiddellijk moeten beginnen.
Nu, stop!
Doe het nu.
- Help me even.
- Help me hier even.
- Ga nu.
- Ga nu weg.
Ik ben nu bezig.
Nu is alles in orde.
Wat ga ik doen?
Wat zie je nu?
Ik werk nu hier.
Waar ben ik nu?
- Wat wilt ge nu?
- Wat wil je nu?
Nu weet ik alles.
Waar is het nu?
Ben je nu klaar?
Wil je het nu hebben?
Regent het nu?
- Verontschuldig je nu.
- Verontschuldig u nu.
- Bied nu uw excuses aan.
- Bied nu je excuses aan.
- Bied nu jullie excuses aan.
- Geloof je me nu?
- Gelooft u me nu?
- Geloven jullie me nu?
Wees nu voorzichtig.
- Luister nu goed.
- Luister nou goed.
Hoe gaat het nu met jullie?
Heb je nu tijd?
OK, maar wat kunnen we nu meteen doen?
Kijk. Ik wed dat als je deze gooit...
Nu ziet het er zo uit.
Hij verblijft nu in Parijs.
Nu ben ik aan het zingen.
Nu begrijp ik het.
We kunnen nu niet opgeven.
- En nu?
- Wat nu?
Waar is het nu?
Ik heb nu geen tijd.
Waarom nu?
Hebt ge nu een verkoudheid?
- Wat ben je aan het doen?
- Waar ben jij mee bezig?
- Wat ben je nu aan het doen?
- Wat zit je nu te doen?
- Wat bent u aan het doen?
- Wat zijn jullie aan het doen?
- Waar bent u mee bezig?
- Waar zijn jullie mee bezig?
Nu of nooit!
Is het nu veilig?
- Waar woon je nu?
- Waar woont u nu?
- Waar woon je tegenwoordig?
Tom moet dat nu niet doen.
- Ik ben nu nerveus.
- Ik ben nu zenuwachtig.
Het is nu voorbij.
Nu moet ik even telefoneren.
Nu is het daar.
Bel haar nu niet op.
Bel haar nu niet op.
- Ik ben moe nu.
- Ik ben nu moe.
Nu, als volwassene, denk ik daar anders over.
En nu ga ik een beetje gas terugnemen.
Het is nu aan ons
Nu zit ik erop.
Wat moeten we doen?
Hier zijn de resultaten.
Oké, laat me nu iets anders proberen.
Kan ik nu de sleutel hebben?
Nu weten we niet wat te doen.
Ik ben nu piano aan het spelen.
Nu is het tijd om te gaan.
Muiriel is nu 20 jaar oud.
- Ik moet onmiddellijk de badkamer kuisen.
- Ik moet onmiddellijk de badkamer schoonmaken.
- Tom kan je nu niet helpen.
- Tom kan u nu niet helpen.
Nu is alles in orde.
- Ga nu naar binnen, alsjeblieft.
- Ga nu naar binnen, alstublieft.
- Gelieve nu in te voeren.
Ze is op dit moment in het ziekenhuis.
- Ik ben aan het koken.
- Ik ben nu aan het koken.
- Ik kook nu.
Hij zwemt nu.
- Dat behoort nu aan mij.
- Nu is het van mij.
Wat gebeurt er nu?
- Nu woon ik hier.
- Ik woon nu hier.
- Hij is nu lunch aan het eten.
- Hij is nu aan het lunchen.
- Ze is nu aan het koken.
- Ze kookt nu.
Ik wil nu niet eten.
Het hangt nu van jou af.
Ga nu naar huis.
- Wat ben je aan het doen?
- Wat doe je nu?
- Wat ben je nu aan het doen?
- Wat zit je nu te doen?
- Waar bent u mee bezig?
Je bent nu veilig.
Regent het nu?
Nu dat we benedenwinds zijn en weg van 't gevaar...
Nu kunnen we alleen maar proberen warm te blijven en wachten.
Dus, welk signaal moeten we nu maken?
Dus, welk signaal moeten we nu maken?