Examples of using "Debiti" in a sentence and their dutch translations:
Hij heeft veel schulden.
- Je zou je schulden moeten aflossen.
- Je zou je schulden moeten betalen.
- Je moet je schulden aflossen.
- U moet uw schulden aflossen.
- Jullie moeten jullie schulden aflossen.
Tom heeft heel veel schulden.
Hoe gaan we onze schulden betalen?
Tom heeft heel veel schulden.
Onze Vader in de hemel, laat uw naam hierin geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad. Want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen.