Examples of using "Buon" in a sentence and their dutch translations:
- Goed voor jullie.
- Goed voor u.
- Ik wens u een goede reis.
- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!
Een fijn weekend!
Je ruikt lekker.
Een fijn weekend!
Heb een fijne kerst.
Fijne reis!
Dus, goed werk.
Goede reis!
Gefeliciteerd met je verjaardag!
- Eet smakelijk!
- Eet smakelijk.
- Goedemiddag!
- Goedemiddag.
Zalig kerstfeest.
- Verdomme!
- In godsnaam!
- Hemeltjelief!
- Mijn hemel!
- In hemelsnaam!
- Goed werk!
- Mooi gedaan!
- Chapeau!
- Bravo!
Goede timing.
Dit is een goed lesboek.
Gelukkig Nieuwjaar!
Dat ruikt goed.
- Is dat lekker?
- Hoe is het, lekker?
Hebt ge een aangenaam weekend gehad?
Hij is geen goede chauffeur.
Kan je een goed restaurant aanbevelen?
Ik zal je een goed advies geven.
- Heb je een leuke kerst gehad?
- Hebt u een leuke kerst gehad?
- Hebben jullie een leuke kerst gehad?
Hij houdt van eten.
Hij zag er goed uit.
Hij was een goede koning.
Dat is goede koffie.
Dat is een goed teken.
- Fijne verjaardag, Tom!
- Fijne verjaardag, Tom.
Ik ben op zoek naar een goed hotel.
Goede reis!
- Goed weekeinde.
- Prettig weekend!
- Gelukkige Valentijnsdag.
- Fijne Valentijnsdag.
- "Gelukkig Nieuwjaar!" - "Voor jou hetzelfde!"
- "Gelukkig Nieuwjaar!" - "Voor u hetzelfde!"
Gelukkige verjaardag, Shishir!
- Goed voor jullie.
- Goed voor u.
Gelukkig nieuwjaar, Louise!
Een goede vlucht!
Gelukkige verjaardag, Aiba!
- Gelukkige verjaardag Muiriel!
- Gefeliciteerd met je verjaardag, Muiriel!
- Goed werk!
- Mooi gedaan!
- Chapeau!
- Bravo!
Gelukkig nieuwjaar, Tom.
Zij heeft goede smaak.
Dit ruikt goed.
Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig.
Ik heb hem een goede reis gewenst.
Deze morgen heeft hij een goede eetlust.
Ik wens je een gelukkig nieuwjaar.
Iedereen had een goed jaar.
Tom deed een goede suggestie.
We hebben goed gewerkt.
Ik kan een goede advocaat aanbevelen.
Ik ben in een goed humeur vandaag.
Ik wil een goede vader zijn.
We hebben een goede film gezien.
Komt ons goed uit, toch?
Gefeliciteerd met je verjaardag!
Fijne Thanksgiving.
Hallo Tom. Goedemorgen.
Hij heeft een goed alibi.
Een veilige terugreis.
Bravo!
Het ruikt lekker!
Vrolijk Halloween!
Dat is een goed plan.
Ik heb een goede reukzin.
- Vrolijk kerstfeest!
- Zalig kerstfeest.