Examples of using "Arrivata" in a sentence and their dutch translations:
De zomer is hier.
Ze is een laatkomer.
Ze is eindelijk aangekomen!
- Samantha is hier.
- Samantha is er.
Hoe kwam ze daar?
Maria is aangekomen.
- Ze kwam altijd te vroeg.
- Ze kwam altijd te vroeg opdagen.
- De lente is begonnen.
- Het voorjaar is gearriveerd.
De zomer kwam vroeg.
Is het aangekomen?
- Ze kwam als laatste.
- Ze is als laatste gekomen.
Ik kwam aan in augustus 2001.
Ze is met de auto gekomen.
De lente is niet gekomen.
Je tijd is gekomen.
- Ik ben gisteren aangekomen.
- Ik kwam gisteren aan.
In het zuidelijk halfrond is de zomer eindelijk aangekomen.
Wanneer ben je aangekomen?
Helen kwam vorig jaar naar Japan.
Een vos kwam langs.
Betty kwam als laatste.
Ik zal hier wachten tot ze komt.
- Zij is er nog niet.
- Ze is nog niet gekomen.
Ik kwam hier gisteren aan.
Ik ben hier gisteravond aangekomen.
Ik ben pas aangekomen in het station.
Ze kwam aan het ziekenhuis in kritieke toestand.
Ik arriveerde te vroeg.
Toen ik voor het eerst zo'n woestijn bereikte,
Ik kwam aan in Londen.
Ik ben op tijd op school gekomen.
- Ik ben later dan gewoonlijk gearriveerd.
- Ik ben later dan gebruikelijk aangekomen.
Zonder moeilijkheden was ik in Italië aangekomen.
De gevreesde storm bleef uit, maar de hemel bleef donker en dreigend.
Je arriveerde precies op tijd.
Ik kwam laat thuis.
Waarom ben je alweer te laat?
Toen ik thuiskwam, merkte ik dat ik mijn portemonnee verloren had.
Ik ben rond half drie in Kobe aangekomen.