Examples of using "Alzò" in a sentence and their dutch translations:
Ze verhief haar stem.
Hij stak de handen omhoog.
- Hij stond op.
- Hij ging staan.
Hij stak zijn vinger op.
Tom stond op.
De man stak zijn hand op om een vraag te stellen.
Tom is vroeg opgestaan.
Toen ze de kamer binnen kwam, stond hij op.
De man stond op.
Ze stond op van haar stoel.
Tom haalde zijn schouders op.
Hij kwam uit zijn stoel om mij te verwelkomen.