Examples of using "Tominak" in a sentence and their dutch translations:
Geef Tom antwoord.
Help Tom!
Schrijf Tom.
- Ik hielp Tom.
- Ik heb Tom geholpen.
We helpen Tom.
Mijn schuilnaam is Tom.
Tom had je nodig.
Tom is erin geslaagd zich te laten verkiezen.
Tom had Maria nodig.
Tom had rust nodig.
Tom heeft aandacht nodig.
Tom zal niet slagen.
Tom had gelijk.
Tom wilde Maria.
Tom wil geld.
- Tom is razend.
- Tom is hectisch.
Vertel het Tom.
Tom heeft een bril nodig.
Ik deed Tom een gunst.
Tom heeft geen alibi.
Tom heeft kippen.
Tom heeft niets.
Tom heeft problemen.
Heeft Tom ervaring?
Vergeef Tom.
Tom had water nodig.
Heeft Tom gelijk?
Tom heeft een kaart.
Heeft Tom een ziekteverzekering?
Tom heeft plannen.
- Tom heeft het mis.
- Tom heeft ongelijk.
Tom heeft plannen.
Ik gaf Tom nog een kans.
Tom heeft wat slaap nodig.
Ik wil niet liegen tegen Tom.
Tom heeft zijn eigen kamer.
Tom heeft een voorschrift nodig.
Tom had een kat.
Tom is erin geslaagd zich te laten verkiezen.
Wat had Tom nodig?
- Tom heeft een melkveebedrijf.
- Tom heeft een melkveehouderijbedrijf.
Tom heeft een heel groot ego.
- Tom heeft een enorme haan.
- Tom heeft een enorme lul.
- Tom heeft een heel grote penis.
Hoeveel zussen heeft Tom?
Tom mist een paar tanden.
Ik help Tom.
Tom heeft hoop.
Hoeveel tv's heeft Tom?
Tom heeft nieuwe schoenen.
Maria's echtgenoot heet Tom.
Ik was het die Tom heeft gestompt.
Tom heeft een paraplu nodig.
- Tom heeft een enorme lul.
- Tom heeft een grote penis.
Tom heeft drie auto's in zijn garage.
Tom is gewoon op mijn geld uit.
Hoe ga je Tom helpen?
Tom heeft een groot probleem.
Tom had drie mislukte huwelijken.
- Tom heeft het mis.
- Tom heeft ongelijk.
Ik gaf Tom een vals adres.
Tom heeft een zwarte fiets.
Toms verwachtingen waren te hoog.
Laten we Tom nog een kans geven.
- Tom heeft lef.
- Tom is onbevreesd.
Ik heb Tom beloofd daar te zijn.
Tom heeft een eekhoorn als huisdier.
Tom is een zwakkeling.
Vertel Tom waarom.
Tom heeft een zwarte kat.
Wat zou ik Tom moeten geven voor Kerstmis?
Tom heeft een halfzus.
Ik heb Tom geholpen met het versieren van zijn kerstboom.
Ik wil een spaarvarkentje voor Tom kopen.
Ik hoop dat Tom gelijk heeft.
Ik heb Tom aangeraden dat niet te doen.
- Tom heeft een heel grote penis.
- Tom heeft een grote penis.
Tom heeft een auto.
Tom heeft geen vrienden.
Heeft Tom kinderen?
Tom heeft een litteken in zijn gezicht.
Welke kleur denk je dat Tom leuker zal vinden?
Deze is voor Tom.
Tom zou hetzelfde als ik moeten doen.
Tom heeft prachtige blauwe ogen.
Ik geloof niets wat Tom zegt.
Ik geloof dat Tom helemaal gelijk heeft.
Tom heeft gelijk.
Tom heeft kleding nodig.
Tom heeft me nodig.
Ik heb Tom verteld dat het de mijne was.
Tom heeft een piano.
Tom zou voorzichtiger moeten zijn.
Tom had geen tijd om het rapport te lezen.
- Ik heb Tom niets te zeggen.
- Ik heb niets te zeggen tegen Tom.
Zeg je dat Tom er iets mee te maken heeft?
- Ik hoef Tom niets te zeggen.
- Ik hoef niets tegen Tom te zeggen.
Tom had de moed niet om te doen wat hij wou doen.
Tom hoeft niets te doen wat hij niet wil doen.
Toms kleren zijn vuil.