Examples of using "Kellett" in a sentence and their dutch translations:
Ik moest het zelf doen.
Ik moest gaan.
Hij moest rusten.
Ik moest een keuze maken.
Ik moest werken.
- Dat is je verdiende loon.
- Dat verdien je.
We moeten evacueren.
Ik had het nodig.
Wat moest worden bewezen.
Je had je moeten voorstellen.
Dat moest ik loslaten.
Ik had het kunnen weten,
Ik moest adem gaan halen.
Wat heb je gegeten?
Ik moest te voet naar huis gaan.
Ik moest te voet naar huis gaan.
Ik moest op zondag werken.
Ik moest op zondag werken.
We moesten stoppen.
Tom wilde Maria.
Ik moest het proberen.
Ik zou dat gezegd moeten hebben.
Je hoefde niet te komen.
Tom had water nodig.
Wat had Tom nodig?
Ik zou die kamer moeten schoonmaken.
Wat had ik moeten doen?
- Ge hebt gedaan wat ge moest doen.
- Je hebt gedaan wat je moest doen.
die ik graag wilde voelen.
kende ik veel beperkingen.
Ik begon met het testen van mijn sensoren
Dus miljoenen jaren lang moest ze...
Ik moest alles leren.
Maar gelukkig was dat niet nodig.
Wat had ik moeten doen?
Hoe had ik dat moeten weten?
- Ge hadt naar mij moeten luisteren.
- Je had naar mij moeten luisteren.
We hadden thuis moeten blijven.
Ik had docent moeten worden.
Je hoefde niet te komen.
Ik had op de fiets moeten komen.
Hij moet dood zijn.
Ik had thuis moeten blijven.
Was je nou maar eerder gekomen.
Je had harder moeten oefenen.
- U had in Boston moeten blijven.
- Je had in Boston moeten blijven.
Waarom had Tom een hamer nodig?
Door de regen moesten we onze picknick binnen eten.
Je had zijn advies moeten aannemen.
Je had je aan het meisje moeten voorstellen.
Zoveel dat hij ermee gestopt is.
en daar moest ik het mee doen
Je had het nu wel af moeten hebben.
- Zij had haar mond moeten houden.
- Zij had beter gezwegen.
- Zij had haar kop moeten houden.
Hij had een paar potloden moeten kopen.
We moesten lang op de bus wachten.
Men moest de accumulator laden.
Dat had ik kunnen zien aankomen.
We moesten tien minuten op hem wachten.
Ik moest mijn afspraak uitstellen.
Hij moest zijn kamer opruimen.
Ik moest mijn afspraak uitstellen.
Ge hebt gedaan wat ge moest doen.
Dat had je me gisteren moeten vertellen!
We moesten de slotenmaker erbij halen.
Ik moest mijn plan opgeven.
Ik moest kiezen tussen die twee.
Ik had naar je advies moeten luisteren.
Ik moest het voor half drie doen.
Je had het eerder moeten doen.
- Het gaat zoals het gaat.
- Het komt zoals het komt.
Dat had ik moeten kunnen doen.
Je moet een aantal keer verslagen zijn...
want er was nog een lange weg te gaan.
Ik wilde weten waarom.
Je had het me eerder moeten laten weten.
Wij moesten thuisblijven vanwege de storm.
Wegens gebrek aan plaats moeten we een andere stek kiezen.
Je had me dat gisteren moeten vertellen.
Je had zijn advies moeten aannemen.
Dit had je me echt eerder moeten zeggen.
Ik denk dat we hulp moeten halen.
- De vervulling van die opdracht had veel tijd nodig.
- De vervulling van die opdracht nam veel tijd in beslag.
Ik moest Tom een beetje geld geven.
Ik had nooit naar je moeten luisteren.
Je had het me de eerste keer kunnen zeggen.
Tom had Maria moeten beschermen.
Door de regen moesten we onze picknick binnen eten.
Ge hadt niet zo vroeg moeten komen.
- Dat had je me eerder moeten vertellen.
- Dat had je me eerder moeten zeggen.
Ik heb haar antwoord afgewacht. Dat had ik misschien beter niet gedaan.
dus moesten we haar geheim houden voor de buren,
heb ik alles geleerd wat ik moest weten over schrijven.
moest ik de nieuwe realiteit accepteren.