Examples of using "Kávé" in a sentence and their dutch translations:
De koffie is klaar.
De koffie is koud.
De koffie is heet.
Er is geen koffie.
De koffie is geweldig.
Koffie of thee?
De koffie is klaar.
De koffie is te sterk.
Deze koffie is koud.
Deze koffie smaakt bitter.
- Ik werd wakker van de koffiegeur.
- Ik werd wakker van de geur van koffie.
Ik kan kiezen tussen thee en koffie.
Maar de koffie is niet goed.
Deze koffie is erg sterk.
Deze koffie is te bitter.
Koffie houdt me wakker.
Deze koffie is niet warm genoeg.
Ik ben bang dat er geen koffie meer over is.
Deze koffie is te sterk voor mij.
Ik kreeg de keus tussen thee en koffie.
Ik heb koffie nodig.
De koffie was zo heet, dat ik hem niet kon drinken.