Examples of using "Jövőt" in a sentence and their dutch translations:
Je verbeeldt je de toekomst.
Je voorspelt de toekomst niet.
Niemand kent de toekomst.
Niemand kent de toekomst.
Soms lezen we om de toekomst te begrijpen.
- Het verleden kan men slechts kennen, niet veranderen. De toekomst kan men slechts veranderen, niet kennen.
- Het verleden kan men kennen, maar niet veranderen. De toekomst kan men veranderen, maar niet kennen.
Je hebt een rooskleurige toekomst.