Examples of using "Ismeri" in a sentence and their dutch translations:
Kennen jullie hem?
Kent ze jullie?
Tom weet de weg.
Hij kent niemand van ons.
- Kent zij uw telefoonnummer?
- Kent ze je telefoonnummer?
Kent iemand van jullie Tom?
Tom kent Maria.
Kent een van jullie Tom?
Iedereen kent hen.
Peter kent Paul.
Tom weet dit.
Kent een van jullie hen?
Iedereen kent de wet.
- Kent iemand van jullie Tom?
- Kent een van jullie Tom?
Tom kent Mary's man.
Tom weet dat.
Hij kent de heer Davidson goed.
Niemand kent de toekomst.
Niemand kent mijn land.
Tom kent zijn buren niet.
Niemand kent de toekomst.
Kent u hem?
Ken je die man?
Kent een van jullie Tom?
Ze geeft haar fout niet toe.
Je kent dit gevoel vast wel.
Ken jij de stad waar hij woont?
Weinig politici geven hun fouten toe.
Toms vrouw kent Mary's man niet.
Wie kent dit probleem niet!
- Hij kent de streek als zijn broekzak.
- Hij kent de streek op zijn duimpje.
Wie hem kent, vindt hem aardig.
Iedereen kent zijn naam.
Al wie hem kent, respecteert hem.
Hij en alleen hij weet de hele waarheid.
Wie denk je is bekend met deze kwestie?
Iedereen kent zijn naam.
Hij en alleen hij weet de hele waarheid.
maar de meeste kunstenaars hebben geen notie van deze mogelijkheden.
Alleen wie ongeluk kent, weet geluk te waarderen.
Hij kent noch mij noch jullie.
De planten die we gebruiken voor onze productie zijn gekend binnen de artsengemeenschap die ze nu al honderden jaren gebruikt.
Nood breekt wet.
Wie geen vreemde talen kent weet niets van zijn eigen taal.