Examples of using "Húsz" in a sentence and their dutch translations:
Dat kost 20 euro.
Zij is twintig jaar oud.
Hij heeft twintig kinderen.
Het is acht uur 's avonds.
Muiriel is twintig jaar oud.
- Ze heeft twintig kinderen.
- Zij heeft twintig kinderen.
Ik ben 20 jaar oud.
- Vier maal vijf is twintig.
- Vier keer vijf is twintig.
Twintig jaar is een lange tijd.
Kan ik je over twintig minuten terugbellen?
Vijf keer twintig is honderd.
- Twintig families leven hier.
- Hier wonen twintig gezinnen.
Twintigduizend yen, alstublieft.
- Twintig families leven hier.
- Hier wonen twintig gezinnen.
Ik denk dat ze ongeveer twintig jaar oud is.
Over twintig minuten bel ik terug.
Ze rookt twintig sigaretten per dag.
Muiriel is nu 20 jaar oud.
- Het is tien voor half elf.
- Het is twintig over tien.
Hij schreef dat boek toen hij 20 jaar was.
"Hoe laat is het nu?" "Drie uur twintig."
Ze kunnen elk in slechts een paar uur 20 kilo pompoenen wegwerken.
Ik heb hem elke maand een keer geschreven gedurende bijna twintig jaar.
Van de twintig studenten heeft er maar één het boek gelezen.
Muiriel is nu 20 jaar oud.
Het zal me twintig minuten kosten om met de taxi naar het station te gaan.
Tien, twintig, dertig, veertig, vijftig, zestig, zeventig, tachtig, negentig, honderd.
Muiriel is nu 20 jaar oud.
Niemand liet zich angst aanjagen door de twintig graden onder nul.
Tien, twintig, dertig, veertig, vijftig, zestig, zeventig, tachtig, negentig, honderd.
Tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig.
Muiriel is nu 20 jaar oud.
Muiriel is nu 20 jaar oud.
Het kost twintig minuten om van het station naar school te lopen.
Het homohuwelijk is nu legaal in 20 landen wereldwijd, inclusief Ierland sinds gisteren.