Examples of using "Hányszor" in a sentence and their dutch translations:
Hoeveel maal per week neemt ge een bad?
Hoe vaak hebben ze je beschoten?
- Hoe vaak moet ik het nog herhalen?
- Hoeveel keer moet ik het herhalen?
Hoeveel miskramen hebt ge al gehad?
- Hoeveel keer per jaar gaat ge skiën?
- Hoeveel keer per jaar ga je skiën?
Hoeveel keer per week eet je buiten de deur?
- Hoeveel keer per week eet ge buitenshuis?
- Hoeveel keer per week eet je buiten de deur?
Hoe vaak per dag kijk je in de spiegel?
- Hoe vaak moet ik je nog vragen om je was in de mand te doen?
- Hoe vaak moet ik u nog vragen om uw was in de mand te doen?
- Hoe vaak moet ik jullie nog vragen om jullie was in de mand te doen?