Examples of using "Görög" in a sentence and their dutch translations:
Tom is Grieks.
Maria is Grieks.
Mijn moeder is Grieks.
Mijn vader was een Griek.
Grieks is een moeilijke taal.
Ik leerde over de Griekse cultuur.
Dit woord komt uit het Grieks.
Ik zie dat je een Griekse naam hebt.
Tom houdt van Griekse yoghurt.
Emily wil Grieks leren.
ideeën verspreid over het grondgebied van zijn voormalige rijk, samensmelten met lokale tradities om te activeren
Olympus? Is dat niet waar de Griekse goden uithangen of zo?