Examples of using "Látom" in a sentence and their dutch translations:
Ik zie je huis.
Ik zie ze.
Ik zie Tom.
Ik zie dat het regent.
Ik zie dit huis.
Ik zie de koningin.
Eerst zien, dan geloven.
Ik zie Tom.
Ik kan het licht zien.
Ik zie het huis.
- Ik zie hem morgennamiddag.
- Ik zie hem morgenmiddag.
Ik ben blij haar te zien.
Ik kan niet zien.
Ik zie Dana en Corina.
Ik zie het verband niet.
Ik zie het verschil niet.
Dit is de laatste keer dat ik hem bij u zie.
Ik zie dit huis.
Jij hebt kaarsen gekocht.
Ik zie het, ik hoor het, en toch kan ik het niet geloven.
zie ik dit in het alledaagse landschap.
Ik hoop haar te zien.
Elke keer als ik Tom zie, zit hij kauwgom te kauwen.
Ik zie dat je een Griekse naam hebt.
Ik zie haar zelfs in mijn dromen.
- Ik zie dat ge een nieuwe hoed hebt.
- Ik zie dat je een nieuwe hoed hebt.
Ik zie dat ik fout zat.
Ik ben een visuele denker. Ik zie mijn gedachtes.
en volgens mij werkt thuiszorg.
Ik ben blij je eindelijk gelukkig te zien.
Ik zie het meisje.
Ik zie de zon en de maan.
- Ik zie de zon en de maan.
- Ik zie de maan en de zon.
De laatste tijd zie ik Tom vaak.
Ik zie het elke dag op het werk.
- Ik versta deze opgave echt niet.
- Ik begrijp dit probleem helemaal niet.
- Ik zie hem morgennamiddag.
- Ik zie hem morgenmiddag.
Het is niet de eerste keer dat ik die zin zie.
Ik ben nu zo dronken dat ik twee toetsenborden zie.
Ik keek elke dag of ze in orde was... ...en vroeg me af of dit haar laatste dag was.
Telkens wanneer ik hem zie, herinnert hij me aan mijn overleden grootvader.
- Ik denk er anders over.
- Ik denk daar anders over.