Examples of using "Akarlak" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil jou.
Ik wil jou.
Ik wil jou.
Ik wil je zien.
Ik wil je nooit meer zien.
Ik wil niet om je hand vragen!
Ik wil je zoenen.
Ik wil je nooit meer zien.
- Ik wil alleen u.
- Jij bent alles wat ik wil.
- Ik wil u terugzien.
- Ik wil je weer zien.
- Ik wil u weer zien.
- Ik wil jullie weer zien.
- Ik wil je nog eens zien.
- Ik wil je terugzien.
- Ik wil je vanavond mee uit eten nemen.
- Ik wil u vanavond mee uit eten nemen.
Ik wil je niet neerschieten maar ik doe het als het moet.