Examples of using "ára" in a sentence and their dutch translations:
De prijs van olie stijgt.
De benzineprijs stijgt.
De prijs van rijst is gedaald.
Iedereen heeft zijn prijs.
Maar snelheid heeft ook een prijs.
Gevonden. Maar tegen een prijs.
De prijs van goud fluctueert dagelijks.
De prijs van vis is stijgende.
Ondertussen bleven de kosten voor medicijnen stijgen --
De goudprijs verandert van dag tot dag.
Hoeveel kost dit uurwerk?
Hoeveel kost deze radio?
Hoeveel kost deze paraplu?
Hoeveel kost deze pet?
Waarom is de benzine zo duur?
Als je onderzoek doet, moet je ervoor uitkomen als je ernaast zit.
Gerechtigheid is duur.
Hoeveel kost het?
Wat duur!
Hoeveel kost deze paraplu?
Geallieerde overwinning, maar kost 150.000 geallieerde slachtoffers, tot 130.000 Duitsers.
Maar de eerste slag van champagne leidt tot kleine winsten tegen een kosten van 90.000 slachtoffers.
Hoeveel kost deze paraplu?