Examples of using "Weggelaufen" in a sentence and their dutch translations:
- Waarom zijt ge weggelopen?
- Waarom zijn jullie weggelopen?
- Waarom bent u weggelopen?
- Waarom ben je weggelopen?
Waarom is hij weggelopen?
De kat is weggelopen.
Waarom zijn jullie weggelopen?
Mijn aap is weggelopen!
- Waarom zijt ge weggelopen?
- Waarom ben je weggelopen?
- Tom is weggelopen.
- Tom rende weg.
Mijn aap is weggelopen!
De kat is weggelopen.