Examples of using "Vorenthalten" in a sentence and their dutch translations:
- Hebben jullie iets voor mij achtergehouden?
- Hebt u iets voor mij achtergehouden?
- Hebben jullie iets voor mij verborgen gehouden?
- Hebt u iets voor mij verborgen gehouden?
- Hebben jullie iets voor mij verzwegen?
- Hebt u iets voor mij verzwegen?
- Ik hebt iets voor jullie achtergehouden.
- Ik hebt iets voor u achtergehouden.
- Ik hebt iets voor jullie verborgen gehouden.
- Ik hebt iets voor u verborgen gehouden.
- Ik hebt iets voor jullie verzwegen.
- Ik hebt iets voor u verzwegen.
U hebt iets voor mij verzwegen.
- Zij hebben iets voor mij achtergehouden.
- Zij hebben iets voor mij verborgen gehouden.
- Zij hebben iets voor mij verzwegen.
- Je hebt iets voor mij achtergehouden.
- Je hebt iets voor mij verborgen gehouden.
- Je hebt iets voor mij verzwegen.
Ik hebt iets voor jullie verborgen gehouden.
Ik hebt iets voor u verzwegen.
- Ik weet dat jullie iets voor mij hebben achtergehouden.
- Ik weet dat u iets voor mij hebt achtergehouden.
- Ik weet dat je iets voor mij hebt achtergehouden.
- Ik weet dat jullie iets voor mij verborgen hebben gehouden.
- Ik weet dat u iets voor mij verborgen hebt gehouden.
- Ik weet dat je iets voor mij verborgen hebt gehouden.
- Ik weet dat jullie iets voor mij verzwegen hebben.
- Ik weet dat u iets voor mij verzwegen hebt.
- Ik weet dat je iets voor mij verzwegen hebt.
Ik weet dat u iets voor mij hebt achtergehouden.
- Ik heb het gevoel dat u iets voor mij achterhoudt.
- Ik heb het gevoel dat u iets voor mij verborgen houdt.
Ik heb het gevoel dat u iets voor mij achterhoudt.