Examples of using "Verdienst" in a sentence and their dutch translations:
- Jij verdient de prijs.
- U verdient de prijs.
- Jullie verdienen de prijs.
Gij verdient beter dan ik.
Hoeveel verdien je per week?
Hoeveel verdien je?
Tom is niet tevreden met zijn huidige salaris.
Hoeveel verdien je?
In het zicht van zijn ouders verspilde hij zijn verdienste aan een dwaas meisje.
Je moet niet meer geld uitgeven dan je verdient.