Examples of using "Suchst" in a sentence and their dutch translations:
Wat zoek je?
Zoek je werk?
Zoekt ge iets?
Wat ben je aan het zoeken?
Je bent je sleutel aan het zoeken.
U zoekt het woordenboek.
- Zoek je een baan?
- Zoek je werk?
Zoekt u iemand?
Hij is precies degene die je zoekt.
Is dat het woordenboek waar je naar op zoek bent?
Is dat de sleutel die je zoekt?
Ik hoop dat je vindt waarnaar je op zoek bent.
- Zoek je een baan?
- Zoek je werk?
Slechte punten op school getuigen tegen je, wanneer je werk zoekt.
Bent je op zoek naar iets?
- Waar bent u naar op zoek?
- Waar ben je naar op zoek?
- Waar zijn jullie naar op zoek?
- Wat zoek je?
Ik snij, jij kiest.
Is dat de sleutel die je zoekt?
Zeg me wat je zoekt en ik zal je helpen.