Examples of using "Strauß" in a sentence and their dutch translations:
Een struisvogel kan niet vliegen.
De struisvogel is een loopvogel.
Hij kwam met een grote bos bloemen.
"Struisvogel!" - en iedereen stak zijn hoofd onder de tafel.
Hij stak zijn hoofd in het zand zoals een struisvogel.
Dat is de mooiste struisvogel die ik ooit gezien heb.
Ik gaf haar een boeket als dank voor haar gastvrijheid.
De duif en de struisvogel zijn beide vogels; de een kan vliegen en de ander niet.