Examples of using "Postamt" in a sentence and their dutch translations:
Waar is het postkantoor?
Dit is geen postkantoor.
Is er een postkantoor in de buurt?
Het postkantoor is een halve mijl van hier.
In de zomervakantie heb ik op een postkantoor gewerkt.
Het postkantoor is twee mijl van hier.
Waar is het postkantoor?
Is er hier een postkantoor in de buurt?
Onderweg naar huis ga ik even langs het postkantoor.
In de zomervakantie heb ik op een postkantoor gewerkt.
- Het postkantoor is vandaag dicht.
- Het postkantoor is vandaag gesloten.