Translation of "Postamt" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Postamt" in a sentence and their dutch translations:

Wo ist das Postamt?

Waar is het postkantoor?

Das ist kein Postamt.

Dit is geen postkantoor.

Gibt es in der Nähe ein Postamt?

Is er een postkantoor in de buurt?

Das Postamt ist eine halbe Meile entfernt.

Het postkantoor is een halve mijl van hier.

- In den Sommerferien habe ich in einem Postamt gearbeitet.
- Ich arbeitete während der Sommerferien in einem Postamt.

In de zomervakantie heb ik op een postkantoor gewerkt.

Das Postamt ist zwei Meilen von hier entfernt.

Het postkantoor is twee mijl van hier.

- Wo ist die Post?
- Wo ist das Postamt?

Waar is het postkantoor?

Gibt es hier in der Nähe ein Postamt?

Is er hier een postkantoor in de buurt?

Auf dem Nachhauseweg gehe ich kurz am Postamt vorbei.

Onderweg naar huis ga ik even langs het postkantoor.

In den Sommerferien habe ich in einem Postamt gearbeitet.

In de zomervakantie heb ik op een postkantoor gewerkt.

- Die Post hat heute zu.
- Das Postamt ist heute geschlossen.

- Het postkantoor is vandaag dicht.
- Het postkantoor is vandaag gesloten.