Translation of "Halbe" in Dutch

- Der Zug fährt alle halbe Stunde.
- Der Zug fährt jede halbe Stunde.

De trein gaat iedere dertig minuten.

- Sie ließ mich eine halbe Stunde warten.
- Sie ließ mich eine halbe Stunde warten.

Ze heeft mij een half uur laten wachten.

Sie ließ mich eine halbe Stunde warten.

Ze heeft mij een half uur laten wachten.

Ein kühner Mensch besitzt die halbe Welt.

Een brutaal mens heeft de halve wereld.

Das Postamt ist eine halbe Meile entfernt.

Het postkantoor is een halve mijl van hier.

Er kam eine halbe Stunde zu spät.

Hij kwam een half uur te laat opdagen.

Das Wörterbuch enthält ungefähr eine halbe Million Wörter.

Het woordenboek bevat ongeveer een half miljoen woorden.

Ich bin eine halbe Stunde vom Hotel weg.

Ik ben een half uur van het hotel verwijderd.

Bringen Sie mir bitte eine halbe Flasche Wein.

Breng mij alstublieft een halve fles wijn.

Ich warte schon eine halbe Stunde auf dich.

We wachten al een half uur op u.

Wir warten schon eine halbe Stunde auf dich.

We wachten al een half uur op u.

Ich habe gerade eine halbe Tüte Feigen gegessen.

Ik heb juist een half zakje vijgen gegeten.

Eine halbe Stunde lang hatten wir einen furchtbaren Wolkenbruch.

Een half uur lang hadden we een vreselijke stortregen.

Ich glaube, wir sollten noch eine halbe Stunde warten.

Ik denk dat we best nog een half uur wachten.

Du hast eine halbe Stunde, um dich zu entscheiden.

Je hebt een half uur om te beslissen.

- Frisch gewagt ist halb gewonnen.
- Guter Anfang ist halbe Arbeit.

- Een goed begin is het halve werk.
- Goed begonnen is half gewonnen.

Entschuldige, ich habe verschlafen. Ich komme eine halbe Stunde später.

Sorry, ik ben dertig minuten te laat, omdat ik me heb verslapen.

Bringen Sie mir etwas gebratenes Fleisch und eine halbe Flasche Wein.

- Breng mij wat gebraden vlees en een halve fles wijn.
- Breng mij wat geroosterd vlees en een halve fles wijn.

Schneide die Zwiebeln in halbe Ringe, und gib sie dann in die Pfanne!

Snij de ajuinen in halve ringen en leg ze in de pan.

- Ich glaube, wir sollten noch 30 Minuten warten.
- Ich glaube, wir sollten noch eine halbe Stunde warten.

Ik denk dat we best nog een half uur wachten.

- Frisch gewagt ist halb gewonnen.
- Gut begonnen, halb gewonnen.
- Mit einem guten Anfang ist die halbe Arbeit schon getan.

Een goed begin is het halve werk.

Du hast mich gefragt, was und wie viel ich für eine Person benötige, wenn ich dieses Essen zubereite. Erforderlich sind eine halbe Zwiebel, eine halbe Mohrrübe, ein Viertel einer Paprikaschote, ein Achtel einer Fenchelpflanze, ein Viertel einer Banane, eine Pflaume und zwei der röhrenförmigen Blätter des Schnittlauchs. Es werden auch Öl und Gewürze benötigt.

Je vroeg me wat ik nodig heb, en in welke hoeveelheden, voor één persoon, als ik dat eten klaarmaak. Daarvoor heb je nodig: een halve ui, de helft van een wortel, een vierde van een peper, een achtste van een venkel, een vierde van een banaan, een pruim en twee sprietjes bieslook. Bovendien zijn er nog olie en specerijen nodig.

- Die Arbeit ist halb getan.
- Die Arbeit ist zur Hälfte erledigt.
- Die Arbeit ist zur Hälfte getan.
- Die Arbeit ist halb fertig.
- Die halbe Arbeit ist erledigt.

Het werk is half gedaan.